Vorstschades
Zwakke plekken in een asfaltverharding kunnen door belasting van buitenaf leiden tot gaten en/of verzakkingen in het wegdek. Veel van deze zwakke plekken of gaten ontstaan in extreme warme of koude weersomstandigheden.
Zwakke plekken in een asfaltverharding kunnen door belasting van buitenaf leiden tot gaten en/of verzakkingen in het wegdek. Veel van deze zwakke plekken of gaten (ook wel ‘potholes’ genoemd) ontstaan in extreme warme of koude weersomstandigheden.
Vorstschades zijn de laatste jaren het meest bekend geworden en hebben direct een negatieve invloed op de verkeersveiligheid en vragen om een snelle oplossing.
Gaten in het wegdek als gevolg van vorstschades leveren meteen een gevaar op voor alle weggebruikers. Bezweken plekken in de asfaltverharding vragen dan ook direct om de juiste onderhoudsmaatregel.
De wegbeheerder heeft altijd de taak dit soort schade direct en adequaat op te lossen. Voorheen werd voor de spoedreparaties vaak gebruik gemaakt van koud-asfalt. Op een later moment werd dan de definitieve maatregel uitgevoerd door reparatie met warm asfalt.
Door de nieuwe onderhoudstechniek, genaamd ‘blow-patchen’ is spoedreparatie met koud-asfalt respectievelijk reparatie met warm asfalt overbodig. Met blowpatchen worden vorstschades in één keer doeltreffend en langdurig gerepareerd.
Zwakke plekken in een asfaltverharding kunnen door belasting van buitenaf leiden tot gaten en/of verzakkingen in het wegdek. Veel van deze zwakke plekken of gaten ontstaan in extreme warme of koude weersomstandigheden.
Als er spanning in de asfaltconstructie zit en/of het asfaltbeton niet meer optimaal draagt, treedt er scheurvorming op. Aan het oppervlak kunnen dwarsscheuren, langsscheuren en/of grillige scheuren ontstaan.
Als de hechting tussen bitumen en steen/mineraal minder wordt, ontstaat er steenverlies aan het wegdekoppervlak. Het wegdek krijgt hierdoor een ‘pokdalig’ uiterlijk en dit wordt ook wel rafeling genoemd.
Craquelé is een ‘mozaïek’ van al dan niet met elkaar verbondenlengte- en dwarsscheuren. Dit schadebeeld ontstaat in de regel aan het einde van de structurele levensduur van een asfaltverharding.